Ariën Rasmijn
Namen en rugnummers

Enkele weken terug publiceerde de Dienst Huur- en Consumentenzaken een bericht in de media waarin burgers werden gewaarschuwd voor een bedrijf dat mensen direct nadat zij betrokken waren geweest bij een auto-ongeluk zou dwingen om papieren te tekenen zodat zij de schadeclaim kunnen afhandelen. Het bedrijf zou misbruik maken van de kwetsbare staat van de betrokkenen en hen zowat dwingen om een machtiging te ondertekenen. Dat is vrij heftig en het is heel goed dat DHC dit aankaart. Dat is ook hun taak. Alleen ontbreekt er een belangrijk component aan het verhaal: de naam van het bedrijf wordt niet genoemd. Naar ik mij heb laten vertellen mag DHC dit niet doen omdat zij een overheidsinstantie zijn. Ik kan mij alleen maar voorstellen hoe frustrerend het moet zijn wanneer je als goedbedoelende functionaris je werk wilt doen en het publiek voor dit soort roofdierpraktijken wil waarschuwen, maar dat je aan zo’n regel bent gebonden en dus op je tong moet bijten. Om maar niet te spreken hoe je je als burger voelt wanneer je zo’n bericht leest. Hey, goed om te weten, maar om wie gaat het nou precies?
Dat je als overheidsdienst geen namen en rugnummers kan noemen in dit soort kwalijke kwesties is een ding, maar wat als een instantie als de Orde van Advocaten dat ook doet? Op diezelfde dag kwam de Orde ook met een bericht waarin werd gewaarschuwd voor een bedrijf dat juridische producten zou verkopen zonder dat ook maar een advocaat daar werkt. Voor hetzelfde geld zou het weleens om hetzelfde bedrijf kunnen gaan, maar ook hier wordt geen naam genoemd. Een WhatsAppje en een belletje naar de deken gaven ook geen resultaat en dus tast de burger weer in het duister.
Terug naar de overheid. De hygiënische dienst van de Directie Volksgezondheid hield samen met de politie weer eens een controle bij verschillende supermarkten in Oranjestad. Mijn buurtsuper Bo Wah moest dicht want, zo gaf politiewoordvoerder Lito Laclé te kennen, een aantal artikelen in de zaak was over de vervaldatum heen. Maar verder geen informatie over welke andere supermarkten werden gecheckt en of nog meer winkels hun deuren een dag moesten sluiten om alle muizenkeutels onder het vriesvak weg te vegen. Ook niet voorhanden: informatie over welke supermarkten door de jaren heen het vaakst tegen de lamp liepen. Ik hou van mijn buurtsuper. Het zijn hele lieve mensen die daar werken. Maar als valt te achterhalen dat zij vaker dan andere Chino’s hebben moeten sluiten op last van de hygiënische dienst, dan wil ik echt ergens anders naartoe. Maar die informatie heb ik niet.
En het gaat maar door. Een tandarts in Noord die illegaal en onhygiënisch werkte werd door de overheid gepakt, maar niemand weet om wie het gaat. En wanneer het om restaurants en foodtrucks gaat krijgen we wel te lezen wie het goed doet, maar naar wie een smerige keuken heeft moeten we blijven gissen. Het slaat echt nergens op en je dient niet de publieke zaak maar beschermt juist bedrijven die het niet goed doen. Het gaat hier om burgers beschermen en nogmaals, ik kan me niet anders voorstellen dat de diensten in kwestie niets liever zouden willen. Maar een geloofwaardige schandpaal is nodig en iemand moet beslissen dat het moet komen.
Ik vraag mij af wat er nou is gebeurd met Fundacion Cas. Zij waren, voordat zij aan het begin van de eerste kabinetsperiode van de vorige regering werden ontmanteld, degenen die zonder aanzien des persoons aangaven welke supermarkten, winkels en andere bedrijven een scheve schaats reden en konden namen noemen. Niet eens zo lang geleden kondigde deze regering aan dat Fundacion Cas weer aan de bak zou gaan. Maar, verrassing, er is nog niks gebeurd. Ik vraag inmiddels niet meer naar wat er is gebeurd met het plan voor een Ombudsman.